Meteen naar de inhoud

P.G. Nieuwveen

Het Knipscheerorgel

Het Knipscheerorgel

“EEN RIJKSMONUMENT VAN EN VOOR NIEUWVEEN!”

orgel

 

Het Knipscheer orgel in de Ontmoetingskerk te Nieuwveen.

In december 1857 sluiten de heren J.M. Koekelis en W.A.G. Kapteijn ,respectievelijk voorzitter en secretaris van de Kerkvoogdij der Hervormde Gemeente Nieuwveen, een contract met de orgelmaker Hermanus Knipscheer te Amsterdam, voor de bouw van een nieuw orgel in de Hervormde kerk te Nieuwveen.

Vijfentwintig jaar na de bouw van deze kerk (1832) krijgt dit kerkgebouw zijn eerste orgel, dat op 26 december 1858 in gebruik wordt genomen.

Het orgel had de volgende dispositie.

Hoofdwerk

  1. Prestant 8 voet
  2. Roerfluit 8 voet
  3. Octaaf 4 voet
  4. Octaaf 2 voet
  5. Mixtuur 3 en 4 sterk
  6. Ventiel

Bovenwerk

  1. Holpijp 8 voet Bas
  2. Holpijp 8 voet Discant
  3. Viool di Gamba 8 voet Discant
  4. Dwarsfluit 4 voet
  5. Woudfluit 2 voet
  6. Koppeling

 

De klavier omvang was C t/m f’’’

Het pedaal was aangehangen aan het Hoofdwerk en had een omvang van C t/m d’.

Onderhoud wordt vervolgens uitgevoerd door Hermanus Knipscheer II. Na zijn dood wordt het onderhoud overgenomen door Van Ingen, die in 1879 groot onderhoud uitvoert zoals restauratie van de balg, poetsen van de frontpijpen en reparatie van de voet van één van de frontpijpen.

Omstreeks de jaren 1920 is het orgel in onderhoud bij de firma Mart Vermeulen te Woerden.

In 1963 wordt een rapport over het orgel opgesteld door de firma Jac. Van der Linden & Co uit Leiderdorp, gevolgd met een advies van Dir Jansz. Zwart uit Rotterdam.

Dit resulteert in de volgende werkzaamheden:

  • Restauratie van windvoorziening en windladen. Toepassing van een nieuw sleepsysteem met telescoophulzen.
  • Vernieuwd speel- en registermechaniek
  • Nieuw pedaalklavier
  • Een nieuwe Fluit 4 voet op het Hoofdwerk
  • De discant van de Mixtuur 3 en 4 sterk wordt vervangen door nieuw pijpwerk en is van hogere samenstelling.
  • Installatie van een gebruikte windmotor.

Onderhoud blijft vervolgens bij de firma Jac. Van der Linden & Co.

In 1979 wordt door orgelmaker Jac. Van Heijningen uit Leiden een offerte uitgebracht voor uitbreiding van het orgel bestaande uit:

Het plaatsen van een vrij pedaal met:

  • Subbas 16 voet
  • Gedekt 8 voet
  • Octaaf 4 voet (gereserveerd)

Hoofdwerk:

  • Trompet 8 voet op een kantsleep.

Bovenwerk:

  • Pneumatische Tremulant

In 1980 wordt de orgelkast opnieuw geschilderd en voorzien van nieuw bladgoud door J. van Zoest Azn uit Nieuwveen.

Tot 1988 wordt het orgel onderhouden door Jac. Van Heijningen uit Leiden.

Nadien wordt het onderhoud overgenomen door W.N. de Jongh te Lisse.

Die verricht in 1990 nog kleine reparaties en plaatst o.a. een nieuwe motor met een regulatiekast.

Omstreeks 2005 wordt het onderhoud overgenomen door Flentrop uit Zaandam.

In 2015 wordt een nieuwe tremulant geïnstalleerd die op het gehele orgel werkt.

In 2017 wordt besloten tot een conserverende restauratie met de volgende werkzaamheden:

Algemeen

  • Reparatie van orgelkas
  • Restauratie van de Balg
  • Vervangen van kunstof onderdelen in het mechaniek
  • Schoonmaken en reparatie van al het pijpwerk

Hoofd en Bovenwerk

  • Aanbrengen van nieuwe slepen volgens klassiek gebruik

 

Hoofdwerk

  • Reparatie en poetsen van frontpijpen
  • Opschuiven van de Fluit 4 tot Nasard 3 voet en aanvullen van pijpwerk.
  • Vervangen van alle koppen van de Trompet 8 voet

Pedaal

  • Vervangen van pulpeten in de pedaallade
  • Het opschuiven van de bestaande Gedekt 8 met toevoeging van 7 nieuwe pijpen

Intonatie correctie en algemene stemming.

Deze werkzaamheden werden uitgevoerd in 2018 door Orgelmakerij Reil uit Heerde.

Het orgel is nu in onderhoud bij Orgelmakerij Reil uit Heerde

De huidige dispositie is als volgt

Hoofdwerk

  1. Prestant 8 voet (Knipscheer)
  2. Roerfluit 8 voet (Knipscheer)
  3. Octaaf 4 voet (Knipscheer)
  4. Octaaf 2 voet (Knipscheer)
  5. Nasard 3 voet (vd Linden/Reil)
  6. Mixtuur 3 en 4 sterk (Knipscheer/vdLinden)

(C 1 1/3-1-2/3, c0 2-1 1/3-1, c1 2 2/3-2-1 1/3-1, c2 4-2 2/3-2-1 1/3)

  1. Trompet 8 voet (Heijningen/Reil)

Bovenwerk

  1. Holpijp 8 voet Bas (Knipscheer)
  2. Holpijp 8 voet Discant (Knipscheer)
  3. Viool di Gamba 8 voet Discant (Knipscheer)
  4. Dwarsfluit 4 voet (Knipscheer)
  5. Woudfluit 2 voet (Knipscheer)

Pedaal:

  1. Subbas 16 voet (Heijningen)
  2. Gedekt 8 voet (Heijningen/Reil)
  3. Lege plaats

Tremulant op het gehele orgel

Koppelingen:

  1. Hoofdwerk-Bovenwerk
  2. Pedaal – Hoofdwerk
  3. Pedaal – Bovenwerk

De klavier omvang is C t/m f’’’

Het pedaal heeft een omvang van C t/m d’

Stemming is evenredig zwevend en de toonhoogte is 435 Hz bij 16 graden Celsius

D